van tracering
Zoals de
vierpas
uit vier ronde
passen
bestaat,
zo bestaat het vierblad uit vier 'spitspassen'.
Deze aanpassing, waarbij de normaliter ronde pas een
spitsbogig
einde krijgt,
is nodig wanneer het
vierblad ingeschreven is in een
bol gebogen vierhoek.
Met een vierpas zou je daarin driehoekjes overhouden.
Om de
toten
te versieren, eindigen deze soms in
bladwerk.
De bladen van een fors vierblad kunnen drielobbig uitgevoerd zijn. De combinatie van beide elementen levert het
vierblad met bladwerktoten en drielobbladen.
In een gotische
tracering
wordt het vierblad gecombineerd met andere, vaak ook
getote
figuren.
Een 'vierblad' met drie bladen heet uiteraard een
drieblad.
Tekst: Jean Penders, 05-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders